donderdag 22 augustus 2013

Egocentrisme versus Empathie




Hello and welcome to another episode of attempting to decompose the human nature! Deze  keer gaat het over egocentrisme. Uiteraard wordt begonnen met een definitie – of in elk geval wat ik vind/denk dat het betekent. Ik ga het begrip meer uitdiepen en in verschillende contexten plaatsen, om een completer beeld te vormen van het verschijnsel. Daarnaast besteed ik aandacht aan hoe egocentrisme omgebogen kan worden, tot een constructiever geheel. Het kan zijn dat je je in enige mate aangesproken voelt op een negatieve manier, maar besteed daar niet teveel aandacht aan; egocentrisme geldt voor iedereen.

Egocentrisme dus...laten we het woord opdelen. Ik gebruik hierbij niet het woordenboek, maar het (tamelijk) gezonde verstand. ‘Ego’ is het ‘zelf’ en centrisme is iets als middelpunt beschouwen. Egocentrisme zou dus inhouden dat je jezelf in het middelpunt stelt van je belevingswereld. Agreed? Let op: hierbij gaat het om een onbewust proces. Om dingen voor mezelf te verduidelijken, wanneer ik niet helemaal een goed gegronde conclusie kan trekken, zoek ik altijd extremen op. In dit geval zou het ultieme egocentrische wezen een baby zijn. Onwetend en niet in staat om vanuit andere perspectieven te beredeneren. Gaandeweg leert hij dit wel, waardoor zijn egocentrisme afneemt.

Vaak wordt egocentrisme niet effectief onderscheiden van het woord ‘egoïsme’. Daarom zal ik dat nu doen. Kortweg gaat egocentrisme dus om de mate waarin je jezelf centraal stelt in je belevingswereld, egoïsme draait om het ‘bewust voor jezelf kiezen’. Deze twee vertonen wel degelijk een samenspel. Het kan bijvoorbeeld voorkomen dat je zo erg gewend bent voor jezelf te kiezen, dat het een onbewust proces wordt. In dat geval is het overgegaan op egocentrisme; je weet niet beter dan dat het een gewoonte is, het valt buiten je bewustzijn. Je weigert je in te leven in een ander.

Wat ik mij vaak afvraag, is hoe het komt dat de ene persoon egocentrischer is dan de ander. Natuurlijk bewandelt iedereen zijn eigen levenspad, maar welke elementen zorgen er dan wel voor dat iemand zoveel vanuit zichzelf kan beredeneren? Welke kenmerken zijn aanwezig? Een belangrijk onderdeel hiervan, is de mate waarin iemand onzeker is. Angst zorgt er in dezen voor dat iemand zichzelf geremd voelt onderzoekend te zijn, naar de nuances (details) van het leven. Deze angst kan veel grondslagen kennen en kan dus ook overwonnen worden. Hierbij zijn zowel persoonlijkheidstrekken als omgevingsfactoren van invloed.

Een heel belangrijk gegeven, niet alleen vanuit mijn visie, is dat angst een reactie is op een stimulus (een prikkel waarop een reactie plaatsvindt). Het lichaam vertoont hierbij een aantal voorgeprogrammeerde gedragingen, zoals een verhoogde hartslag en mogelijk een vervelend gevoel in je buik. Wij houden hier niet van, omdat we gelukkig willen zijn, of ons in elk geval goed willen voelen. Het gevolg is dat de angst vermeden wordt vanaf een bepaald moment. Wat gebeurt er dus? We worden bang voor angst. Angst voor angst zorgt ervoor dat we telkens in dezelfde gedragspatronen terugvallen. Om dit te doorbreken is zelfvertrouwen nodig. De gedachte: “Ik vind het vervelend om te doen, maar doe het toch. Ik leer hiervan en de volgende keer dat ik weer word blootgesteld aan de stimulus, zal mijn angstreactie minder intens zijn.”

Merk op dat de mens zich in elke situatie blijft aanpassen. Je angst wordt elke keer minder als je jezelf blijft confronteren, waardoor uiteindelijk je angst overwonnen wordt. Dit aanpassingsvermogen komt in veel vormen voor en zorgt ervoor dat wij op dit moment, als mens, een brein hebben en op onze voeten lopen. Aanpassing na aanpassing na aanpassing. Zuip op een avond 20 bier, de avond erop zal het bier minder effect hebben; je kan meer drinken. Zo is het ook met angst. Echter, angst voor angst is de valkuil van de mens.

Het is duidelijk dat angst ervoor zorgt dat egocentrisme in stand wordt gehouden. Overweeg je ooit kinderen te nemen, bedenk je dan dat zelfvertrouwen misschien wel de belangrijkste eigenschap is om aan te leren. Het zorgt ervoor dat iemand in staat is daar te komen waar hij/zij wilt, ook al betekent dat dat diegene even pijn moet lijden. Ook aan pijn lijden kun je immers wennen.

Een belangrijk kenmerk van de mate waarin iemand egocentrisch is, ligt hem voor mij in de mate waarin iemand een zwart-witte kijk op de wereld hanteert. Ouder worden staat in mijn optiek parallel aan genuanceerder beredeneren; meer naar de details kijken. Een kind gaat vaak voorbij aan veel details, omdat hij nog bezig is met zich te ontwikkelen op het gebied van emoties. Emoties ervaren is een basaler functie van de mens dan nadenken. Althans, bewust nadenken kwam later in de evolutie. Dit betekent dat emotioneel handelen vaak wel oprecht kan zijn en eerlijk, maar het is eveneens de makkelijkste weg; je denkt niet na, maar je doet gewoon. Een kind doet maar, maar denkt weinig na. Ik spreek wel eens mensen die het hier niet mee eens zijn. Mogelijk komt dit, eerlijk is eerlijk, doordat ze zelf vrij emotioneel handelende personen zijn. Toch kan ik na jaren van observatie geen andere conclusie trekken. Hoe ouder je wordt, hoe meer je de kans en tijd hebt gehad om situaties te overdenken. Het lijkt onmogelijk om elke mogelijke situatie in een mensenleven mee te maken en erover na te denken, maar het is niet voor niets zo dat oudere mensen vaak ‘wijzer’ worden bevonden dan jongere; de optelsom van hun nadenkmomenten is nou eenmaal groter dan die van een jong mens.

Weer even een uitstapje terug naar angst. Angst nodigt uit tot verschillende gedragingen, kenmerken. Een belangrijke die elke keer weer terugkomt bij een egocentrisch persoon (lekker stigmatiseren, labelen), is de leugen. Jawel, een herkenbaar patroon van iemand die negativiteit uit de weg wilt gaan. Leugens zijn voor veel mensen taboe, dat snap ik. Wanneer ik doorkrijg dat iemand tegen mij liegt, heb ik de neiging om meteen boos te worden. Controle zorgt ervoor dat dit meestal niet gebeurt, maar het laat wel meteen zien waaróm er gelogen wordt: om een eventuele boosheid in de kiem te smoren. Weinig mensen vinden het leuk als iemand boos wordt, op henzelf of op anderen. Daarom zetten we de leugen in. In sommige gevallen is dit een wijzer besluit, maar dikwijls wordt gelogen, omdat dit een gewoonte is.

Op het moment dat je moet erkennen dat je zelf iemand bent die veel liegt, stel jezelf dan weer de waarom-vraag. Op welke manier zou je het anders kunnen aanpakken? Wat heeft het je tot nu toe opgeleverd om telkens de waarheid te verdraaien, ontkennen of verhullen? Is het weer de korte termijnvisie? Op lange termijn is de leugen destructief, op korte termijn belonend. Ook al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt hem wel. Hiermee wordt dus ook de lange termijn in acht genomen. Lieg je, dan val je uiteindelijk door de mand. Vertel je een keer de pijnlijke waarheid, dan levert dat in eerste instantie weer dat nare gevoel op, de reactie op de stimulus, maar vervolgens ga je met een schone lei verder. Ik hoef niet meer toe te lichten, dat bij elke leugen die je vertelt, je het web steeds complexer maakt. Je raakt erin verstrikt, je schuldgevoel neemt toe en uiteindelijk barst de bom...Je zou niet de eerste zijn die zijn of haar leven op die manier een compleet andere wending geeft.

Om een completer beeld te schetsen van De Egocentrist richt ik me even op afweermechanismen. Dit zijn gedragspatronen, die ervoor zorgen dat het bestaande zelfbeeld dat iemand heeft behouden blijft. Okay, ik ga ze toch allemaal uitleggen. Ik gebruik hiervoor Wikipedia, al mag ik die van school niet gebruiken als legitieme bron:

-      Ontkenning: Het onbewust, soms bewust, voor de gek houden van (jezelf en) anderen. Dit doen door simpelweg te ontkennen dat iets is zoals het is.
-      Verdringing: Een herinnering aan een gebeurtenis onbereikbaar maken voor je eigen psyche. Zoals je uit je geheugen verdrongen kan hebben dat je vroeger een keer gepest hebt.
-      Dissociatie: De ontkoppeling van de feitelijke ervaring en de herinnering daaraan. Eigenlijk dus de waarheid verdraaien, uit veiligheid voor de mogelijk vernietigende werking van de herinnering zelf.
-      Regressie: Gedrag vertonen dat in eerdere levensfasen ingezet kon worden om negativiteit te doen verminderen. Zoals je als kind bijvoorbeeld ging huilen om pijn te reduceren. Je uit dus een reactie die past bij iemand die jonger is dan jij.
-      Projectie: Pogen bepaalde gedragingen of eigenschappen van jezelf  op iemand anders af te schuiven. Hierdoor zou de negatieve focus dus op een ander kunnen komen te liggen.
-      Rationalisering: Een pijnlijke ervaring voorzien van rationele beredenering, om het effect minder intens te maken. “Iedereen overlijdt uiteindelijk”.
-      Verplaatsing: Een ander doel gebruiken om een pijnlijk moment te verwerken. Je bijvoorbeeld thuis afreageren op je vrouw, omdat je een klotewerkdag had.
-      Reactievorming: Wanneer je zowel positieve als negatieve gevoelens ergens over hebt, worden de positieve gevoelens extra benadrukt, waardoor de negatieve minder ruimte krijgen.
-      Sublimeren: Oerdriften omzetten in gedragingen die maatschappelijk acceptabel zijn. Die oerdriften zijn de meest basale drijfveren van een mens, zoals seksualiteit. Liegen zou dus ook een sublimatie zijn van angst.
-      Identificatie: Door je te identificeren met een stimulus die negativiteit opwekt, zoals een studienerd (mocht dat negativiteit bij je opwekken), creëer je meer sympathie voor het object en wordt negativiteit tegengegaan.

Ik hoop dat je een redelijk beeld hebt van de verdedigingsmechanismen die bestaan. Deze technieken zijn niet per se bij ieder persoon aanwezig, maar ieder persoon heeft ze wel eens laten zien en doet dat in sommige gevallen mogelijk structureel. Deze lijst is ook nog aan te vullen, misschien naar eigen inzicht. Een voorbeeld van een ander mechanisme is humor. Ook dit zorgt ervoor dat de herinnering aan een situatie als minder pijnlijk kan worden ervaren. Iedereen kent wel iemand die alles maar weglacht...

Wanneer ik bekijk welke afweermechanismen veelvuldig worden ingezet door egocentrische mensen, kom ik vooral aan bij ontkenning, projectie, dissociatie en regressie.

Ik zie ontkenning als de absolute parallel van egocentrisme. Dit hoeft niet zondig te zijn, want hoe langer je leeft, hoe meer dingen je gaan opvallen. Wanneer dit echter lang blijft aanhouden, met wederom angst als grondslag, kan dit vervelende vormen aan gaan nemen. Wanneer iets bewust ontkent wordt, betekent dit dat het voor anderen ook nadelig kan zijn. Je zou jezelf ook dom kunnen houden, omdat je bang bent om ‘meer te weten’.

Als ontkenning aan blijft houden, kun je overgaan op dissociatie. Je creëert als het ware andere waarheden; je houdt jezelf voor dat iets niet is gebeurt en gaat erin geloven. Op een dusdanige manier dat ook je omgeving het kan gaan geloven. Zelf voor mensen die goed zijn in het detecteren van leugens, zoals Tieme (mijn partner in crime) en ik (mag ik wel zeggen toch?), kan het moeilijk te zien zijn. Dit komt doordat iemand geen leugenachtige kenmerken laat zien, omdat hij/zij in de eigen waarheid is gaan geloven.

Projectie is een heel duidelijke voor mij. Je kent vast wel de persoon die anderen overal de schuld van geeft en zichzelf zodoende uit de wind houdt. In mijn artikel over zelfvertrouwen (“de titel mag je zelf verzinnen”) licht ik het verschijnsel locus of control toe. Iemand die veel aan projectie doet, heeft dus voornamelijk een externe locus of control; hij legt de oorzaak van dingen vooral buiten zichzelf.

Regressie. Ach ja...regressie. Ik heb nog wel een voorbeeldje hiervan. Vroeger, op de basisschool, had ik een meisje in mijn klas die zeer goed kon tekenen. Op het moment dat mensen naar haar tekening keken, beoordeelden ze dit als heel mooi. Juist op dat moment trok het kind dan altijd een pruilsmoel, om vervolgens een miljard keer te zeggen: “Nee, nee, de tekening is helemaal niet mooi; ik kan niet goed tekenen.” Twee gevolgen: ze kreeg explosief meer complimentjes en ik dacht maar één ding: dit wicht loopt op deze manier alleen maar naar complimenten te vissen. Dan ben je zeven ofzo hè, over ongenuanceerd gesproken...nu vind ik het vooral meelevenwekkend.

Aldus kan ik stellen dat verdedigingsmechanismen elke keer worden ingezet om een herinnering of situatie minder pijnlijk te maken, maar vanuit subjectief oogpunt wordt hier te vaak gebruik van gemaakt. Ik vind dit altijd zonde. Je maakt het jezelf zo moeilijk. Ik reken je niet af op je fouten, maar reken je er eerder op af als je je fouten probeert te verhullen. Wees gewoon eerlijk, incasseren went wel. Iemand die dan nog boos op je wordt, mag die spiegel ook eens voor zijn of haar eigen neus houden.

Ik denk dat ik nu wel een aardig beeld heb kunnen schetsen van een Egocentricus (in sommige gevallen mag het werkelijk waar als kunst verheven worden). Daarbij wil ik benadrukken dat het géén zonde is om egocentrisch te zijn; oordelen heeft geen zin. Het probleem is echter dat egocentrische mensen vaak schade berokkenen aan hun naasten, terwijl dit dus niet nodig hoeft te zijn. Vanuit dat oogpunt is egocentrisme misschien slecht, maar zie het meer als een fase in het leven. Een fase waarin de ogen gesloten worden voor de details van het leven. Nu verder met de constructieve tegenpool van egocentrisme, die ik niet in één woord kan vangen. Iets met inlevingsvermogen (empathie) en open mindedness.

Inlevingsvermogen en ruimdenkendheid (open minded zijn) hebben nagenoeg dezelfde betekenis. Het gaat ervan uit dat je in staat bent om met een ander bril naar een situatie te kijken. Empathie kan gehanteerd worden bij mensen, maar ook bij dieren of dingen. Vraag je bijvoorbeeld maar eens af hoe het voor de duif is om geschopt te worden, voordat je die handeling uitvoert. Wanneer je in een situatie komt waarin meerdere mensen een discussie hebben met elkaar, vraag je dan af wat de belangen zijn en hoe deze verdedigd worden. Of iemand ertoe bereid om zich empathischer op te stellen, hangt natuurlijk af van de persoon. Het kent namelijk zijn na- en voordelen. Hieronder som ik deze op, voor zover ik ze heb gevonden.

Nadelen empathisch vermogen:
-      Het kost veel moeite om empathischer te worden dan je bent. Het betekent dat je inspanning moet leveren om te achterhalen wat iemand denkt, voelt, hoe deze reageert et cetera.
-      Je wordt je meer bewust van je omgeving, wat ervoor zorgt dat je dingen tegen kan komen die veel negativiteit bij je opwekken. Voorbeeld: had je liever wel of niet geweten dat je partner was vreemdgegaan? ‘Ignorance is bliss’ noemen ze het. Vrij vertaald: onwetendheid is zaligheid. Hoe minder je weet, hoe beter je je voelt.
-      Een versterkt spotlight effect kan optreden. Het spotlight effect gaat ervan uit dat een persoon denkt dat alle fouten die hij/zij maakt, door iedereen in de omgeving gezien wordt. Dit kan gebeuren waneer je je ervan bewust wordt hoeveel dingen worden opgemerkt door mensen. Aan de andere kant kan je ook tot de conclusie komen dat het eigenlijk wel meevalt hoeveel mensen zien, omdat ze doorgaans vooral met zich bezig zijn. De grootste kans op fouten maken is als je je bekeken voelt en je dus ‘goed gedrag’ forceert. Je focus je dan teveel op de mogelijke fouten die je kunt maken, in plaats van dat je ontspannen aan een handeling begint.
-      Je stapt uit je comfort zone. Je komt als het ware op plekken waar je nooit geweest bent (in je gedachten). Dit kan de nodige moeilijkheden opleveren, al zullen deze niet permanent zijn. In mijn artikelen objectiviteit en over zelfvertrouwen kun je hier meer over lezen.
-      Jezelf gek maken met de veelheid aan informatie. Het is belangrijk om je empathie onder controle te houden, zeker wanneer je gevoelig bent voor bijvoorbeeld het leed van andere mensen. Depressie is een valkuil.


Voordelen empathisch vermogen:
-      Knowledge is power. Waarom met deze oneliner beginnen? De hunkering naar macht? Voor sommigen. Ik zou eerder een beroep doen op controle. Ik geloof dat mijn empathische vermogen is voortgevloeid uit een behoefte aan meer controle, om mijn onzekerheid te compenseren. Hierdoor is mijn kennis van de wereld explosief toegenomen. Gecombineerd met nieuwsgierigheid is empathie een groot goed. Het zorgt voor een completer beeld.
-      Anticipatievermogen. Door telkens te beredeneren welke factoren aanwezig zijn in situaties en zodoende meer herkenning te creëren, kun je ook beter vooruitkijken. Wanneer je bijvoorbeeld weet dat het realiseren van een planning in praktijk meestal langer duurt dan op papier, breng je marges aan om vertragingen op te kunnen vangen. Anticipatie is niet meer dan in de toekomst kijken en met waarschijnlijkheden te werk gaan; sluit zo min mogelijk elementen uit, tenzij je 100% zeker weet dat het kan, het gerechtvaardigd is.
-      Associatievermogen en feitenkennis. Feitenkennis is leuk, maar haalt het bij lange na niet bij associatievermogen. Associatievermogen is voor mij de vaardigheid om de structuren van dingen te zien, inzicht. Feitenkennis is dat de WO II van 1939 tot 1945 plaatsvond. Feiten kunnen hierin ondersteuning geven aan het associatieve vermogen, dat moet zeker erkend worden. Wanneer je echter structuren kunt zien, heb je niet kennis over 1 feit, maar over gelijksoortige processen. Om te verduidelijken: wanneer een groep mensen iemand ziet verdrinken, is de kans groot dat het lang duurt voordat iemand actie onderneemt. Dit noem je het bystander effect: het gevoel van verantwoordelijkheid in de situatie wordt op andere aanwezigen afgeschoven. Je herkent dit ook wel eens bij vechtpartijen. Je hebt kennis van het begrip, dat zeker. Maar je snapt nu ook waaróm het gebeurt. Je bent daarnaast in staat om in de toekomst te begrijpen wat er waarschijnlijk gaat gebeuren in soortgelijke situaties. Begrijpen is associëren, weten is feitenkennis. Ik vind associatievermogen belangrijk, omdat ik met elk inzicht misschien wel honderden situaties begrijp of ga begrijpen in de toekomst. Let wel: het één sluit het ander niet uit.
-      Je leert jezelf en anderen beter begrijpen. Mijn stelregel is eigenlijk dat mensenkennis begint bij zelfkennis. Op het moment dat je bij jezelf begrijpt waar bepaalde reacties vandaan komen, kun je gedragingen van anderen ook beter plaatsen. Je raakt er meer van overtuigd dat het nutteloos is mensen te veroordelen, omdat elke handeling en gedachte die een ander vertoont en heeft, ook bij jezelf te vinden kunnen zijn. Ik vind het enerzijds walgelijk dat een moordenaar een leven heeft ontnomen, maar als ik de moeite neem te achterhalen hoe dat zo is gekomen, ben ik veel eerder bereid het gedrag te accepteren. Dat zegt niet dat het gedrag wenselijk is, ik keur het doodmaken van een organisme nooit goed, maar het is te begrijpen. Iets heeft ervoor gezorgd dat het gedrag tot stand is gekomen. Dat iets zou zich ook bij mij kunnen ontplooïen, wanneer mijn omstandigheden en persoonlijkheid anders waren geweest. Ik ben eveneens in staat na te denken over hoe ik iemand dood wil maken, maar geen haar op m’n hoofd die overweegt dat te doen, tenzij er geen andere uitweg is.
-      Je geluksniveau neemt toe. Kortweg zie ik de volgende curve: in het begin van een empathische episode ervaar je (mogelijk) veel weerstand bij datgene waar je bij stilstaat, maar op het moment dat je die weerstand hebt overwonnen, ben je weer gegroeid. Deze toename van kennis/inzicht/vaardigheid laat jou je permanent beter voelen. Dit tegenover de curve waarbij je op korte termijn geluk zult ervaren door in ontkenning te leven, maar later tegen de lamp loopt omdat je niet in staat was je aan te passen. Aanpassingsvermogen is evolutionair gezien één van de belangrijkste eigenschappen van een mens, hierdoor zijn we namelijk nog als ras, in deze staat, aanwezig. Het heeft dus niet alleen maar betrekking op de homo sapien in het algemeen, maar ook op een mensenleven op zichzelf. Ik noem een mensenleven dan ook de menselijke evolutie in het klein. Je gaat van onwetend (aap en baby) naar een persoon die iets snapt van de wereld (homo sapien, ook in vroegere staat en jongere tot volwassene), naar een individu die zichzelf zo veel mogelijk probeert te ontplooïen (het stadium na de homo sapien, homo universalis, übermensch?).
-      Een ander groot voordeel van empathie is creativiteit. Creativiteit is nog een relatief jong begrip; pas sinds een aantal jaar wordt daar gedegen onderzoek naar gedaan. Het schijnt dat creativiteit verschillende onderdelen kent, zoals de onderzoeker Robert Epstein in 2008 al concludeerde. Hij onderscheid vier deelcompetenties, die samen de competentie creativiteit vormen. Ik zal ze toelichten:
·         Capturing: De vaardigheid om ideëen te vangen zodra die plaatsvinden. Ook in staat zijn om dagdromen en dergelijke daarvoor in te zetten.
·         Challenging: Of je in staat bent om moeilijke taken aan te nemen in verschillende situaties, jezelf dus uit te dagen. Daarnaast: of je goed omgaat met stress(factoren) en angstige gevoelens.
·         Broadening: Letterlijk: verbreding. Wanneer je je verdiept in disciplines die buiten jezelf liggen. Je kan bijvoorbeeld psycholoog zijn en op een gegeven moment kiezen voor filosofie; je bent dus bereid een andere tak van kennis aan te spreken, om vervolgens die kennis te combineren met elkaar.
·         Surrounding: Hierbij gaat het erom of en in hoeverre je, van tijd tot tijd, de omgeving(en) waarin je werkt, verandert van inrichting. Je hebt de neiging om ongelijksoortige prikkels op te zoeken, waardoor je meer kan leren en meer perspectieven kunt aannemen.
Wanneer ik aan creativiteit denk, refereer ik automatisch naar deze vier factoren. Het is voor mij een goede weergave van wat creativiteit is en kan zodoende ook mijn eigen creativiteit stimuleren.

Teruglezende kan ik concluderen dat het laten toenemen van je empathische vermogens meer voordelen oplevert dan nadelen. Ja, ik ben bevooroordeeld. Ja, ik vind het belangrijk dat ikzelf (en liefst ook anderen, of in elk geval de mensen met wie ik om ga) empathischer word met de tijd. Ik probeer je ook enigszins te overtuigen van de noodzaak van deze verandering, maar begrijp het ook als je er niet aan wilt. Zie het in dat geval slechts als opsomming.

De methode die je in kunt zetten om deze verandering op gang te brengen, zijn deels in dit artikel te lezen. Daarnaast is ‘objectiviteit’ en belangrijke factor, dus raad ik aan mijn artikel daarover ook te lezen. Het helpt je op een eerlijke manier te oordelen en het verschil te zien tussen objectiviteit en subjectiviteit. Verder is zelfvertrouwen van groot belang, zoals ik eerder in dit artikel ook al heb uitgelegd. Het zelfvertrouwen om dingen te proberen die buiten je comfort zone vallen.

Focus je op de details en je zult groeien. Hier kunnen inderdaad jaren overheen gaan, maar het heeft ook geen haast, toch? Verandering duurt nou eenmaal een tijd en we leven in een maatschappij waarin efficiëntie heel belangrijk is; er moet zoveel mogelijk gedaan worden in zo min mogelijk tijd. De hedendaagse smartphone is hier een treffend voorbeeld van. Verandering van de persoonlijkheid kost echter tijd, die tijd mag je ook nemen.

Het nut van het veranderen van je egocentrisme, of het vergroten van je bewustzijn, is volgens mij goed te beredeneren, al heb ik er zelf ook een tijd over gedaan om het te zien. Je hoort mensen dikwijls klagen over hoe druk ze het hebben en in hoeverre ze achter de feiten aanlopen. Ook verlangen heel veel mensen weer terug naar die zorgeloze kindertijd. Dit is heel begrijpelijk en het lijkt me waardevol te bekijken hoe we die tijd terug kunnen krijgen.

Het is van belang te beseffen, dat we die tijd nooit meer in zijn geheel terug gaan krijgen. Ons fysieke voorkomen is veranderd en ook hebben we in psychologisch opzicht een ontwikkeling meegemaakt. Het verschil tussen een kind en een volwassene is, dat de laatste zich meer bewust is van de verantwoordelijkheden die hij/zij heeft. Dit neemt de nodige negativiteit met zich mee; stress, misschien wel depressies, naar het weekend toeleven et cetera. Allemaal kenmerken van de volwassene; we kennen het allemaal. Dit tegenover het kind dat speelt en zich over weinig druk hoeft te maken.

Kun je concluderen dat het wegnemen van verantwoordelijkheden alles op zou lossen? Neen, dan ben je weer terug bij af. Een kind ervaart deze gelukzaligheid door egocentrisme, dus is het ergens logisch dat veel mensen in deze kinderlijke patronen blijven vallen. Sterker nog: nagenoeg iedereen heeft dat. Toch is het vaak niet wenselijk, omdat mensen dan ook eerder geneigd zijn voor henzelf te kiezen. Hierdoor ontstaan oorlogen en grote verschillen tussen arm en rijk. Waar werken we dan naartoe? Dat is de fase waarin we zowel verantwoordelijkheden hebben en naleven, als kunnen genieten van die elementen die ons laten ontspannen. De factor die dit mogelijk maakt, is acceptatie. Het accepteren van negatieve elementen, zorgt ervoor dat je angsten kunt overwinnen en vergroot dus je inlevingsvermogen; het cirkeltje is weer rond, je kunt weer zonder zorgen door het leven.

Ik hoop dat ik met deze tekst overzichtelijk heb kunnen maken, wat egocentrisme is en welke kenmerken dit laat zien. Daarnaast heb ik de tegenhanger toegelicht, met diens voor- en nadelen. Tot slot heb ik je redenen gegeven waarom de verandering wenselijk is. Rest me nog op te merken dat er veel geduld voor nodig kan zijn om bepaalde veranderingen tot stand te brengen. Wees je ervan bewust dat de tegenhanger van geduld, haast is. Haast staat gelijk aan, zoals ik eerder aangaf, efficiëntie. Wanneer je je los kunt maken van de haast - die je voor het grootste gedeelte met de maatschappelijke paplepel is ingegoten - vergroot je je kansen op een leven met meer wijsheid en diepgang. Als je dit niet wilt, prima, de keuze ligt uiteraard weer bij jezelf. Ben je hiertoe wel bereid, dan snap je uiteindelijk dat het leven niet zo kort is als ‘ze’ zeggen. Dit wordt meestal beweerd door mensen die minder bij de nuances van het leven stilstaan. Door inlevingsvermogen creëer je dus meer kennis, meer geluk en een ‘langer’ leven.







Geen opmerkingen:

Een reactie posten